In augustus 1407 lopen twee mannen op de dijk vanaf Hattem richting Wapenveld. Hun kleding, een lange, grijze pij die meermalen gelapt is, verraad dat ze tot de geestelijke stand behoren. Zwijgend leggen de mannen de meters af over de dijk langs de toenmalige Grift.
Het duo komt uit Zwolle en woont in één van de fraterhuizen van de Moderne Devotie. Deze geestelijke stroming vindt haar oorsprong in de boeteprediker Geert Grote (1340-1384) uit Deventer. Hij streefde, na zijn studie aan onder andere de Sorbonne in Parijs, naar een kerkelijke loopbaan. Een ernstige ziekte in 1372, veranderde zijn leven. Geert verkocht zijn aardse bezittingen en trok zich terug in het kartuizer klooster Monnikhuizen in Arnhem. Na drie jaar trad Geert Grote, op aandringen van de bewoners van het klooster, weer op in het openbare leven. Hij werd prediker en legde de basis voor een nieuwe geestelijke stroming: de Moderne Devotie (hedendaagse vroomheid).
In zijn preken richtte hij zich niet tegen de leer van de toenmalige Rooms-Katholieke kerk, maar tegen de levenswijze van de geestelijken. Het celibaat werd met voeten getreden en ook hun streven naar rijkdom, macht en invloed, wekte de woede van Geert Grote.
De boeteprediker en zijn volgelingen streefden naar een leven met een nieuwe, vurige vroomheid met vooral een innig godsdienstig leven.
Onder invloed van zijn prediking breidde de beweging zich al snel uit. Op diverse plaatsen waaronder in Zwolle, ontstonden frater- en zusterhuizen waar zijn volgelingen in gehoorzaamheid en kuisheid hun sobere leven leiden. Het eerste Zwolse fraterhuis is gesticht in 1384 en staat rond 1400 onder leiding van Gerard Scadde van Calcar. Het wordt al snel te vol en de broeders trekken de omgeving door op zoek naar een nieuwe vestigingsplaats. En op die zoektocht komen de twee broeders uit het begin van dit verhaal terecht in de op circa vijf kilometer van Hattem en in Gelre gelegen buurtschap Hulsbergen.
Houtsnippen
Ergens op de dijk, dichtbij het huidige Kloosterbos, vindt dan een bijzondere ontmoeting plaats met de boer Floris van Hulsbergen. Floris is enkele dagen eerder op jacht geweest naar houtsnippen. Het jagen op deze dieren, werd vaak gedaan met een klapnet in de avondschemering. De dieren verlaten dan het struikgewas om in de weilanden te fourageren. Als Floris zo doende is, hoort hij plotseling een klok luiden ‘recht of dat eerweerdighe sacrament des lichaams ons Heren toequame’. Floris wacht eerbiedig op wat er komen gaat maar er gebeurt niets. Als Floris dan enkele dagen later de fraters ziet lopen, wordt hem alles duidelijk: deze fraters zijn door de klok geroepen. Floris brengt de fraters in contact met de grondeigenaar Hendrick Bentinck (1360-1431). Deze is sinds 1400 eigenaar van de gronden waaronder de Ellenhoern en de Arendsburg in Hulsbergen. Hendrik is onder de indruk van het verhaal en schenkt twee morgen land aan de broeders ‘puur om Gode’. Die schenking wordt vastgelegd. Ude die Boese, richter van de Veluwe, verklaart bij akte van 20 augustus 1407 dat Hendrick Bentinck de Ellenhoorn heeft overgedragen aan ‘Gerrit van Kalcker, Peter die Haefsche en Arnoldus van Broickhuysen’. De volgende dag bevestigt hertog Reinald van Gelre de schenking. Het fraterhuis gaat de naam dragen van St. Hieronymus, de kerkvader die in de 4e eeuw de Latijnse bijbelvertaling had herzien.
Economisch
Het fraterhuis is in de tijd die volgt van grote betekenis voor het gebied. In 1448 bouwen ze een eerste molen op een stuifzandrug zo'n 600 meter westelijk van de huidige locatie van molen de Vlijt. Rond 1500 heeft het klooster zo'n 450 land en vele honderden stuks vee in bezet. Ook nemen ze een vooraanstaande positie in in het bestuur van het polderdistrict Veluwe. Ze onderhouden de watergangen en bouwen de sluizen in de Dwarsdijk. De restanten van een houten sluis zijn in 1999 opgegraven bij de bouw van het gemaal Veluwe. Bekend is ook dat er stenen werden gebakken en ook het afschrijven van Bijbels en boeken had alle aandacht. Het klooster leidde verder mensen op die elders tot prior of biechtvader werden benoemd. En samen met de priors van Zwolle en Deventer vormde Hulsbergen het colloquium voor het bestuur van de Moderne Devotie.
Het einde van het klooster komt in 1578. Dan wordt vanuit Hattem een beeldenstorm gehouden door de troepen van Willem van Oranje in de oorlog tegen de Spanjaarden. Het fraterhuis wordt verwoest en de bewoners vertrekken. In de loop der jaren wordt het helemaal afgebroken. Een groot deel van de stenen wordt gebruikt om de vesting Hattem te versterken. De bezettingen komen in handen van de Staten van Gelderland die de landerijen verkopen aan particulieren.
Lesbrief
Het bezoekerscentrum Vrieze's Erfgoed besteedt veel aandacht aan het fraterhuis Hulsbergen. Er zijn informatiepanelen en via de bepijlde wandelroute het Kloosterpad kan men dwalen door de omgeving waar eens de fraters van de Moderen Devotie hun sober bestaan hebben geleefd. Bezoekerscentrum Vrieze's Erfgoed beschikt ook over een leskist met een lesbrief en docentenhandleiding over het klooster Hulsbergen. Hierover meer onder de knop educatie.